Witwassen van geldbedrag (€ 127.670), art. 420bis.1.b Sr. 1. Bewijsklacht “afkomstig uit enig misdrijf”. Is sprake van concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring (verdachte vervoerde geld voor vriend en geld behoorde toe aan familie). 2. Laatste woord, art. 311.4 Sv. Heeft gemachtigde raadsman de gelegenheid gehad om het laatst te spreken? HR: art. 81.1 RO.Read More
Home » ECLI:NL:HR:2024:1426 Hoge Raad, 15-10-2024, 22/02363
ECLI:NL:HR:2024:1426 Hoge Raad, 15-10-2024, 22/02363
Related Posts
Onschuldige deal of witwassen langs de snelweg? ‘Ik heb de naam van mijn familie beschadigd’
Een boze klant, een misgelopen deal of een verkeersovertreding: het komt soms voor de rechter. Wat ging er mis, en hoe liep het af? Read… BronOnschuldige deal of witwassen langs de snelweg? ‘Ik heb de naam van mijn familie beschadigd’
ECLI:NL:GHDHA:2025:857 Gerechtshof Den Haag, 22-04-2025, 22-002392-24
Veroordeling voor witwassen. Observatie na ANPR-hit. Artikel 3 Politiewet. De verdachte is naar Rotterdam gereden, heeft met een daar ingestapte medeverdachte kort door de wijk… BronECLI:NL:GHDHA:2025:857 Gerechtshof Den Haag, 22-04-2025, 22-002392-24
ECLI:NL:RBNNE:2025:1654 Rechtbank Noord-Nederland, 06-05-2025, 18-111042-22
Witwassen. Overschrijding redelijke termijn.Read More