Op 20 september 2025 bestaat de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD) 80 jaar. Wat ooit begon als een bescheiden dienst van de Belastingdienst in een naoorlogs Nederland, is in acht decennia uitgegroeid tot een internationaal opererende opsporingsorganisatie.
Het is zomer 1945. Te midden van de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog richt minister Lieftinck de FIOD op. Doel: het opsporen van verloren en verduisterd vermogen en het herstellen van fiscale orde. Als onderdeel van het Ministerie van Financiën start de dienst op 20 september in het Lloyd-gebouw in Amsterdam. Slechts zeven medewerkers, zonder moderne hulpmiddelen, gaan aan de slag. Ze speuren naar zwart geld en verborgen vermogen, terwijl fraudeurs hun geldstromen proberen te verhullen. Het speurwerk, gecombineerd met maatregelen zoals het waardeloos maken van oude bankbiljetten, vormt de basis voor de FIOD-aanpak: gedetailleerd strafrechtelijk onderzoek, nauwkeurige dossiervorming en effectieve opsporing.
In de jaren vijftig en zestig bloeit de Nederlandse economie, maar tegelijkertijd ontstaan nieuwe vormen van financiële criminaliteit. Smokkelaars maken gebruik van prijsverschillen tussen landen om grote winsten te behalen. Zo wordt boter met flinke marges in België verkocht. De FIOD speelt een sleutelrol in het tegengaan van deze smokkelpraktijken. De Douanerecherche, onderdeel van de FIOD, krijgt te maken met spectaculaire achtervolgingen en smokkelauto’s met geheime compartimenten. Het kat-en-muisspel tussen fraudeurs en opsporingsdiensten dwingt de FIOD tot steeds innovatiever optreden.
Rond de jaren tachtig zet de FIOD vol in op technologische vernieuwing. Computers, geautomatiseerde administratie en afluisterapparatuur bieden nieuwe mogelijkheden om financiële gegevens te analyseren en fraudeurs op te sporen. De digitalisering van de samenleving, waaronder de opkomst van mobiele telefonie en andere apparaten, heeft grote impact op de opsporingspraktijk. Criminelen maken gebruik van geavanceerde computernetwerken om financiële misdrijven te plegen. De FIOD moderniseert zijn technieken om gelijke tred te houden.
In 1983 zorgt de zaak rond Slavenburg’s Bank voor een schokgolf in financieel Nederland. De Rotterdamse bank blijkt betrokken bij grootschalige witwaspraktijken en belastingontduiking door het faciliteren van zwart geld. De zaak krijgt veel media-aandacht en leidt tot ingrijpende maatregelen binnen de financiële sector. Banken scherpen hun interne richtlijnen aan en worden verplicht verdachte transacties beter te controleren.
Eind jaren tachtig groeit het aantal FIOD-medewerkers explosief. Het onderzoeksterrein breidt zich uit. Vanaf de jaren negentig zoekt de FIOD nauwere samenwerking met andere diensten, zoals de politie en internationale opsporingsorganisaties. Door globalisering krijgen financiële misdrijven steeds vaker een internationaal karakter. In 1993 verdwijnen de grenzen binnen de EU en ontstaat een nieuw fraudefenomeen: de btw-carrouselfraude. Criminelen verhandelen niet-bestaande goederen via schijnbedrijven en claimen onrechtmatige btw-teruggaven. Dankzij samenwerking met Europese opsporingsdiensten en geavanceerde data-analyse weet de FIOD meerdere netwerken op te rollen.
Aan het eind van de jaren negentig fuseert de FIOD met de Economische Controledienst (ECD). Het takenpakket wordt flink uitgebreid en de dienst krijgt een instroom van ervaren medewerkers. Naast witwasbestrijding richt de dienst zich op corruptiebestrijding en, na de aanslagen van 11 september 2001, op de bestrijding van terrorismefinanciering. De inval van Rusland in Oekraïne leidt tot een grotere rol in de handhaving van sanctiewetgeving. Ook draagt de FIOD bij aan de strafrechtelijke bestrijding van criminele ondermijning, in nauwe samenwerking met ketenpartners.
In 2007 krijgt het vertrouwen in het commerciële vastgoed in Nederland een flinke deuk. De FIOD pakt een fraudezaak aan van honderden miljoenen euro’s, gepleegd door de top van het Bouwfonds en het Philips Pensioenfonds. De aanpak leidt tot stevige veroordelingen, een boek, een televisieserie en een reeks theatervoorstellingen.
Effect en impact staan centraal in de werkwijze van de FIOD. Grote zaken krijgen veel media-aandacht vanwege hun maatschappelijke relevantie. De financiële expertise van de dienst leidt tot het blootleggen van misstanden in de bankenwereld, zoals de Libor-fraude met renteswaps en overtredingen van de Wet ter voorkoming van witwassen en terrorismefinanciering bij grootbanken. Ook bij recente constructies met dividendstripping worden FIOD-experts ingezet.
Al 80 jaar is de FIOD specialist in het bestrijden van fiscale en financiële criminaliteit — een adaptieve, deskundige en trotse organisatie die midden in de samenleving staat. De FIOD is een gewaardeerde wereldspeler, onder meer via een actieve rol in de J5, een internationaal samenwerkingsverband met opsporingsdiensten uit de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Canada, Australië en Nederland. Met de visie “innovatief samenwerken aan een weerbare samenleving en het bestrijden van financiële en fiscale criminaliteit” zet de dienst zich dagelijks in voor een rechtvaardiger en financieel weerbaar Nederland.
De focus ligt op opsporing met effect en impact, het traceren en afpakken van crimineel vermogen en het versterken van samenwerking met publieke en private partners, nationaal én internationaal. Intern bouwt de FIOD aan een wendbare, gedigitaliseerde en data-gedreven organisatie waarin intelligence een sleutelrol speelt, met blijvende aandacht voor een veilige werkomgeving. Als adaptieve organisatie blijven we ons ontwikkelen, delen we onze kennis en expertise desgevraagd, en bouwen we samen aan een financieel gezond en integer Nederland. Zo doen we dat.
“80 jaar samen sterk tegen fraude — adaptief, deskundig en trots.”