Conclusie A-G. Witwassen en valsheid in geschrift. In M1 wordt geklaagd over de motivering van de bwv, in M2 over de afwijzing van een voorwaardelijk verzoek tot het horen van een medeverdachte. Beide middelen falen (art. 81 RO). M3 houdt in dat de redelijke termijn in de cassatiefase is overschreden (schending inzendtermijn door het hof). Dat middel slaagt. Ambtshalve opmerking over de redelij…Read More
ECLI:NL:PHR:2025:761 Parket bij de Hoge Raad, 08-07-2025, 23/01238
Related Posts
ECLI:NL:HR:2025:1446 Hoge Raad, 14-10-2025, 24/01739
Witwassen van geldbedragen, art. 420bis.1.b Sr. Post-Keskin. Afwijzing van ttz. in hoger beroep bij pleidooi gedaan voorwaardelijk verzoek tot horen van belastende getuigen (verbalisanten), op… BronECLI:NL:HR:2025:1446 Hoge Raad, 14-10-2025, 24/01739
ECLI:NL:HR:2025:1508 Hoge Raad, 14-10-2025, 23/01238
Onderzoek “sprinkhaan”. Medeplegen witwassen, meermalen gepleegd (art. 420bis.1.b Sr) en medeplegen valsheid in geschrift, meermalen gepleegd (art. 225.1 Sr). 1. Bewijsklachten witwassen m.b.t. panden/onroerend goed… BronECLI:NL:HR:2025:1508 Hoge Raad, 14-10-2025, 23/01238
ECLI:NL:HR:2025:1556 Hoge Raad, 14-10-2025, 24/03117
Witwassen van geldbedragen, art. 420bis.1.b Sr. Post-Keskin. Afwijzing van ttz. in hoger beroep bij pleidooi gedaan voorwaardelijk verzoek tot horen van belastende getuigen (verbalisanten), op… BronECLI:NL:HR:2025:1556 Hoge Raad, 14-10-2025, 24/03117