Ga naar de inhoud
Home » Schuldwitwassen en het belang van de verklaring 

Schuldwitwassen en het belang van de verklaring 

Rechtbank Overijssel, 16 februari 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:2384 (gepubliceerd juli 2025) In deze uitspraak gaat het om de aankoop van een bedrijfspand. Dit pand wordt gekocht door een bedrijf waarin zowel de verdachte als twee medeverdachten aandeelhouder zijn. De notaris die de verkoop regelt heeft verschillende gelden ontvangen met betrekking tot dit pand. De vraag die beantwoord 

Lees voor

Rechtbank Overijssel, 16 februari 2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:2384 (gepubliceerd juli 2025)

In deze zaak wordt het stappenplan witwassen gevolgd met betrekking tot de gelden die de de verdachte (de bestuurder van het bedrijf dat het heeft gekocht) aan de notaris heeft betaald voor het pand. De hierboven genoemde aankoop werd, door de verdachte, deels gefinancierd met de volgende gelden: een lening van € 100.000 van de oom van de verdachte en een contante storting van € 10.950 op de privérekening van verdachte.

Voor de lening van de oom van de verdachte was de herkomst duidelijk. Er is namelijk sprake van een goed traceerbare bancaire transactie. Hierdoor rechtvaardigt deze lening geen vermoeden van witwassen. Voor de contante storting van bijna elf duizend euro is er echter geen duidelijke verklaring. De verdachte heeft eerst de hiervoor genoemde € 100.000 euro ontvangen en vervolgens € 20.000 overgemaakt naar de rekening van het bedrijf. Vervolgens ontving de verdachte een storting van € 10.950 en heeft vervolgens € 90.000 overgemaakt naar de rekening van de notaris. De rechtbank concludeert dat dit bedrag enkel kon worden overgemaakt omdat de verdachte de contante storting had ontvangen.

Zowel het voorhanden hebben van zo’n bedrag aan contanten als het via de privérekening van de directeur laten lopen van de geldstroom dient geen redelijk bedrijfseconomisch doel. Daarnaast ontbreekt er een voor de hand liggende reden waarom dit geld niet rechtstreeks naar de notaris kon worden overgeboekt. Gelet daarop acht de rechtbank het witwasvermoeden gerechtvaardigd en mag van verdachte worden verlangd dat zij een verklaring geeft over de herkomst van dat geld. De verdachte heeft geen verklaring willen geven over de herkomst van het geld waardoor het witwasvermoeden in stand is gebleven.

De rechtbank concludeert op basis van het bovenstaande echter niet dat er sprake is van opzet, maar van schuld. De verdachte had redelijkerwijs moeten vermoeden dat het geld uit misdrijf afkomstig was. Daarom is er sprake van een veroordeling voor schuldwitwassen.

 Read More