Witwassen van geldbedragen, begaan door rechtspersoon (art. 420bis.1.b Sr). Vrijspraak in eerste aanleg. 1. Bewijsklachten over criminele herkomst van geldbedragen en wetenschap van verdachte. 2. Bewijsklacht. Heeft hof bewijsmiddelen gebruikt die niet redengevend zijn voor bewezenverklaring? 3. Bewijsklacht “afkomstig uit enig misdrijf. Kan uit bewijsvoering worden afgeleid dat verdachte € 49….Read More
Home » ECLI:NL:HR:2025:948 Hoge Raad, 24-06-2025, 23/02283
ECLI:NL:HR:2025:948 Hoge Raad, 24-06-2025, 23/02283
Related Posts
ECLI:NL:RBROT:2025:12575 Rechtbank Rotterdam, 20-10-2025, 83-196987-23
Onderzoeken COVID-370 en COVID-203. Veroordeling voor het witwassen van bijna 1 miljoen euro door gebruik van bankrekeningen van zogenoemde geldezels. Overschrijding redelijke termijn. Gevangenisstraf voor… BronECLI:NL:RBROT:2025:12575 Rechtbank Rotterdam, 20-10-2025, 83-196987-23
ECLI:NL:GHDHA:2025:2233 Gerechtshof Den Haag, 21-10-2025, 22-000017-22
Mega Kibbeling. Verdenking witwassen van een groot geldbedrag, aangetroffen in een kluis op naam. Vrijspraak, nu – gegeven de verklaring van de verdachte dat het… BronECLI:NL:GHDHA:2025:2233 Gerechtshof Den Haag, 21-10-2025, 22-000017-22
