Ga naar de inhoud
Home » Bert Demeersseman schrijft in vakblad Delikt en Delinkwent over de kwalificatie-uitsluitingsgrond. D 

Bert Demeersseman schrijft in vakblad Delikt en Delinkwent over de kwalificatie-uitsluitingsgrond. D 

Bert Demeersseman schrijft in vakblad Delikt en Delinkwent over de kwalificatie-uitsluitingsgrond.

De #HogeRaad heeft in de loop der tijd voor enkele delicten waaronder #witwassen voor bepaalde situaties een buitenwettelijke kwalificatie-uitsluitingsgrond aanvaard. Dat wil zeggen dat een situatie naar de letter van de wet witwassen oplevert, maar volgens de bedoeling van de wetgever niet als witwassen kwalificeert. In die gevallen wordt de verdachte ontslagen van rechtsvervolging.

Denk aan:
–      🖼️ de situatie dat een erfgenaam bij aanvaarding van een nalatenschap weet dat er een gestolen schilderij tussen zit, direct bij de politie melding doet dat hij niet de intentie heeft om dat schilderij te houden, maar zich naar de letter van de wet wel schuldig maakt aan witwassen;
–      🚲 de situatie dat een fietsendief direct na de diefstal de gestolen fiets voorhanden heeft en zich dus naar de letter van de wet ook meteen schuldig maakt aan ‘gewoon’ witwassen (i.t.t. ‘eenvoudig’ witwassen).

Demeersseman betoogt dat de rechter bij elke aanvaarding van de kwalificatie-uitsluitingsgrond streeft naar een uitleg van de strafbepaling waardoor deze de ware essentie van het strafbare feit bevat. En vraagt zich af: is dit de taak van de rechter? ‘In wezen doet de strafrechter als een wetgever-plaatsvervanger de uit een delictsomschrijving voortvloeiende strafbaarheid teniet op grond van zijn oordeel dat een bepaalde gedraging onder bepaalde omstandigheden niet op grond van die strafbepaling strafbaar behoort te zijn. Dat gaat te ver, in aanmerking genomen dat de rechter nu eenmaal geen wetgever is.’

B. Demeersseman, DD 2025/20: De bedenkelijke figuur van de buitenwettelijke kwalificatie-uitsluitingsgrond.

Hoe zit het ook alweer? Factsheet kug: https://lnkd.in/exEAD4tn

 Read More