Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan het samen met een ander witwassen van € 60.000,-, € 118.000,- en € 90.000,- door deze bedragen respectievelijk contant te storten op zijn bankrekening, contant te storten op de bankrekening van medeverdachte 1 en over te maken naar zijn bankrekening en giraal te ontvangen van eenmanszaak 1/medeverdacht 2 en door vervolgen…Read More
ECLI:NL:RBAMS:2024:6706 Rechtbank Amsterdam, 05-11-2024, 81.254483.21
Related Posts
ECLI:NL:PHR:2025:875 Parket bij de Hoge Raad, 26-08-2025, 24/00336
Conclusie AG. Witwassen. Falende middelen over (1) de motivering van de bewezenverklaring en (2) de strafoplegging (art. 81 RO). Slagend middel (3) over de oplegging… BronECLI:NL:PHR:2025:875 Parket bij de Hoge Raad, 26-08-2025, 24/00336
ECLI:NL:PHR:2025:889 Parket bij de Hoge Raad, 26-08-2025, 24/02445
Conclusie AG. Samenhang met 24/02394, 24/02424, 24/02467, 24/02466 en 24/02506. Middel klaagt over de bewezenverklaring van opzet ten aanzien van feit 2 (witwassen). Middel faalt.… BronECLI:NL:PHR:2025:889 Parket bij de Hoge Raad, 26-08-2025, 24/02445
ECLI:NL:RBMNE:2025:4689 Rechtbank Midden-Nederland, 03-06-2025, 16/240025-24
Veroordeling voor medeplegen van witwassen van ongeveer 210.000 euro. Gerechtvaardigd vermoeden van witwassen. Geen concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring gegeven door… BronECLI:NL:RBMNE:2025:4689 Rechtbank Midden-Nederland, 03-06-2025, 16/240025-24