Collegevoorzitter Rinus Otte was 14 oktober een van de sprekers op het symposium ‘De strijd om toezicht- en handhavingsprioriteit’. De bijeenkomst over het toezien op publieke belangen via toezicht en handhaving was georganiseerd door de Algemene Rekenkamer en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.
In zijn toespraak onderstreepte Otte de noodzakelijkheid van toezicht, en de bijdrage ervan aan een professionele werkomgeving. Otte waarschuwde voor het te veel voeden van het toenemende ‘maakbaarheidsdenken’ dat ten grondslag ligt aan het afbrokkelende vertrouwen van de burger in het Openbaar Ministerie en andere overheidsinstanties. “Het almaar uitbreidende overheidstoezicht en het effect ervan op de publieke opinie is in zo’n boze tijd geen instrument om vertrouwen te versterken. Het is een katalysator voor méér onvrede en wantrouwen in de overheid. Want het bevestigt het vermoeden dat de overheid opnieuw gefaald lijkt te hebben.”
De Collegevoorzitter pleitte daarom voor een toezicht dat ‘streng is in de normstelling, maar dat een ruimhartiger begrip toont voor de praktijk van alledag, en daarom mild is in het oordeel.’
Hij sloot af met de aanbeveling dat toezichthouders vooral sterk inzetten op het vergroten van intern reflectief toezicht binnen de organisaties. “Dat is het enige waarin ik diep geloof.”