Op donderdag 25 september moest een 25-jarige man uit Sliedrecht zich verantwoorden voor de rechtbank in Alkmaar omdat hij op 5 september 2023 in Oterleek een fietser aanreed met zijn vrachtwagen waarna de fietser overleed.
Op de tenlastelegging stonden twee feiten: dat door zijn schuld een dodelijk verkeersongeval had plaatsgevonden (artikel 6 Wegenverkeerswet) en indien dit niet bewezen kon worden dat hij zich gevaarlijk had gedragen op de weg door niet goed genoeg uit te kijken (artikel 5 Wegenverkeerswet). De officier van justitie vroeg tijdens de behandeling van de rechtszaak vrijspraak voor het eerste feit en vond dat het tweede feit wel bewezen kon worden. Hiervoor eiste hij een geldboete van €350,- en een voorwaardelijke rijontzegging van twee maanden, met een proeftijd van twee jaar.
Wat er die dag gebeurde
De man reed in een vrachtwagen en had een afslag gemist. Hij reed toen achteruit om te keren, de Dorpstraat in. Hij stopte, trok vervolgens op om rechtsaf te slaan de Huygendijk op. Hierbij zag hij de fietser die naast zijn vrachtwagen stond over het hoofd. De man overleed door de aanrijding.
Dodehoekcamera uit
De verdachte verklaarde in de rechtszaal dat zijn vrachtwagen op de handrem had gestaan aangezien de weg de dijk op, omhoog liep. De dodehoekcamera gaat wanneer de vrachtwagen op de handrem staat uit. Op het moment dat de handrem er weer vanaf gaat, staat het beeld nog niet gelijk aan. Omdat de man in een zware tankwagen reed, kon hij niet op de koppeling stil staan, en vertrok hij al voordat de dodehoekcamera beeld gaf. Daardoor zag hij de fietser over het hoofd. Hij had wel goed in zijn spiegels gekeken. Op basis van het dossier en getuigenverklaringen kon worden vastgesteld dat de fietser moeilijk te zien was.
Vrijspraak voor artikel 6 Wegenverkeerswet
De officier van justitie vond op basis van het dossier en nadat hij deze verklaring had gehoord, dat er onvoldoende bewijs was om vast te stellen dat de bestuurder aanmerkelijk onvoorzichtig was geweest, daarom kon het overtreden van artikel 6 van de Wegenverkeerswet niet bewezen worden. Dat verdachte het slachtoffer mogelijk wel had kunnen zien, is onvoldoende om van de vereiste “aanmerkelijke schuld” te kunnen spreken. Niet elke verkeersfout met ernstige afloop levert een overtreding van het misdrijf van artikel 6 Wegenverkeerswet op.
Strafeis overtreden artikel 5 Wegenverkeerswet
Wel was de officier van justitie van oordeel dat de bestuurder een verkeersfout had gemaakt. Hij had moeten wachten tot zijn camera weer beeld gaf, door dit niet te doen, nam hij zoals dat juridisch heet ‘onvoldoende zicht’: hij kon niet goed zien of er andere verkeersdeelnemers waren met wie hij rekening moest houden. Hiermee heeft hij gevaarlijk rijgedrag vertoond.
De officier van justitie woog in de strafeis mee dat de man een jonge bestuurder is, die dit ongeval nooit had gewild en de gevolgen hiervan altijd met zich mee moet dragen. Ook heeft er mediation plaatsvonden met de nabestaande.
De rechtbank doet over twee weken uitspraak