“Een zaak die iedereen raakt. Dochters, zussen, vriendinnen moeten alleen naar huis kunnen fietsen en horen veilig thuis te komen. Dat zou vanzelfsprekend moeten zijn, maar deze zaak bewijst maar weer dat dat niet zo is. Een constatering die gevoelens van angst, onmacht en boosheid meebrengt. In de gehele maatschappij, maar zeker voor het slachtoffer die die nacht van 9 augustus 2024 in een nachtmerrie terecht kwam.” Met deze woorden begint de officier van justitie haar requisitoir in de zaak waarin een 50-jarige verdachte uit Groningen poging verkrachting ten laste wordt gelegd.
Wanneer het slachtoffer om vier uur ’s nachts naar huis fietst vanuit de binnenstad van Groningen merkt zij dat iemand achter haar en vervolgens naast haar gaat fietsen. Zij gaat sneller fietsen, maar de man blijft naast haar fietsen en opeens wordt zij door de man van de fiets getrokken. Ze vallen tegen de daar geparkeerd staande auto’s aan en vervolgens wordt zij meegesleurd. De man pakt haar met zijn arm bij haar keel en trekt haar mee tussen de gebouwen door naar achteren naar een donkere plek.
Onder het uiten van doodsbedreigingen en door het toepassen van geweld probeert verdachte het slachtoffer te overmeesteren met als doel haar te verkrachten.
Het is aan het ingrijpen van twee getuigen te danken dat dit uiteindelijk niet is gelukt. De verdachte weet te ontkomen. De politie die direct ter plaatse komt neemt een signalement op van verdachte. Meerdere getuigen worden gehoord en het opgestelde opsporingsbericht wordt in de media gebracht. Daarin staat ook een afbeelding van een fiets met kenmerkende fietssleutel die mogelijk van de verdachte is. Naar aanleiding van meldingen van getuigen die de persoon denken te herkennen, het feit dat verdachte zich zelf heeft gemeld als eigenaar van de fiets, en het DNA van verdachte dat op het slachtoffer is aangetroffen, wordt verdachte aangehouden.
Wat het OM betreft is verdachte schuldig aan een poging tot gekwalificeerde opzetverkrachting. “De handelingen en de uitlatingen van verdachte waren duidelijk gericht op het voorgenomen besluit om seksueel bij het slachtoffer binnen te dringen. […] De handelingen zijn ook overduidelijk tegen de wil van het slachtoffer. Ze huilt, werkte tegen en zegt dat ze dit niet wil. Dit wordt ook gehoord en gezien door een getuige. Tot slot is er sprake van geweld en bedreiging, doordat aangeefster van de fiets wordt getrokken, zij bij de nek wordt meegesleurd door verdachte, er gedreigd wordt haar dood te maken en haar nek te breken en ook wordt haar keel dichtgeknepen.”
Verdachte heeft beperkt meegewerkt aan het onderzoek door de psychiater en geweigerd mee te werken aan het onderzoek door de psycholoog. Dit heeft geleid tot zogenoemde weigerrapporten. Het opleggen van een TBS-maatregel hoeft daarmee niet uitgesloten te zijn. Wat het Openbaar Ministerie betreft is het gezien zijn achtergrond en strafblad geen optie om verdachte onbehandeld terug te laten keren in de maatschappij. “Het recidiverisico is levensgroot nu verdachte ondanks een eerdere en zeer intensieve behandeling recidiveert en op geen enkele wijze openheid geeft over het door hem gepleegde feit, zijn seksleven en zijn seksuele voorkeuren.” Het OM is van mening dat hiermee aan het gevaarscriterium voor het opleggen van TBS is voldaan.
Bij het bepalen van de strafeis houdt de officier rekening met meerdere aspecten. Mede door de wijze waarop dit feit heeft plaatsgevonden bij een volkomen willekeurig slachtoffer rechtvaardigt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. “Verdachte heeft een grote inbreuk gemaakt op de lichamelijk integriteit van het slachtoffer. Dat neem ik hem kwalijk”, aldus de officier.
Het OM eist een gevangenisstraf voor de duur van vier jaar plus het opleggen van de maatregel TBS met dwangverpleging.