Op 1 februari van dit jaar dringen twee bewapende mannen de winkel van een klokken- en horlogemaker in Zwolle binnen. Ze grijpen de eigenaar vast en slaan en schoppen hem. Een vitrinekast met horloges wordt kapot geslagen en leeg gegraaid. Daarna rennen de overvallers de winkel uit en vluchten in een gereedstaande vluchtauto. Vandaag hoorden drie verdachten – deels voorwaardelijke – gevangenisstraffen tegen zich eisen.
De drie verdachten zijn een 36-jarige man uit Deventer, een 44-jarige man uit de gemeente Apeldoorn en een 27-jarige man uit Den Haag. Onderzoek heeft uitgewezen dat de 36-jarige man en de 27-jarige man in de winkel zijn geweest, de 44-jarige man bleef in de auto wachten. De politie vond bij de doorzoeking van de woning van deze 44-jarige een gaspistool, een balletjespistool en kogelpatronen. De officier van justitie stipte dit aan in het requisitoir, omdat in deze woning ook een jong kind verbleef. Ook bestuurde hij de vluchtauto zonder geldig rijbewijs en had cocaïne in zijn bezit. De 27-jarige man zou het wapen bij zich hebben gehad, heeft daarmee de winkeleigenaar geslagen en de vitrinekast vernield.
Hoewel de drie verdachten deels bekennen, wijzen ze naar elkaar als het gaat om de vraag wie het plan voor de overval heeft bedacht. Voor het tenlastegelegde feit, het medeplegen van diefstal met geweld, maakt het niet uit welke handelingen de afzonderlijke verdachten uitgevoerd hebben. Het medeplegen kan bewezen worden als er sprake is van nauwe en bewuste samenwerking.
De officier van justitie benadrukte in het requisitoir de impact die de overval op het slachtoffer heeft gehad. De man bleef ontredderd achter in de puinhoop die de overvallers hadden veroorzaakt: zijn hondje is van schrik gevlucht. De officier refereerde ook aan het feit dat de man eerder slachtoffer is geworden van een overval: ‘’Zijn veilige werk- en hobbyplek veranderde opnieuw – net als jaren geleden – in een paar minuten tijd in een plaats delict. Werken en het uitoefenen van zijn hobby is daardoor niet meer hetzelfde als voorheen’’, aldus de officier. Het slachtoffer heeft zelfs na de vorige overval in goed vertrouwen en zonder enige alertheid zijn vak uitgeoefend: ‘’Hij keek nooit op bij binnenkomst van klanten, dit waren namelijk vaste klanten die al jaren bij hem kwamen, of oprecht geïnteresseerden in zijn unieke zaak. Dat is veranderd sinds 1 februari 2025. Hij houdt de boel nu goed in de gaten, hij is het vertrouwen krijgt en dat kost hem energie. Energie die hij liever steekt in het repareren van klokken en horloges. Hij is ook lange tijd bang geweest dat de daders terug zouden komen, ze hadden immers niet heel veel buit gemaakt en er viel nog veel meer te halen.’’
De ernst van het feit is bepalend geweest bij de strafmaat. De 44-jarige kwam al sinds zijn tienerjaren in aanraking met politie en justitie, maar pleegde ook een langere periode geen strafbare feiten. Voor deze verdachte, die voor meerdere feiten terecht stond, vindt de officier van justitie een gevangenisstraf van 44 maanden, waarvan 8 maanden passend. De 36-jarige en de 27-jarige man hoorden een gevangenisstraf van 38 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk tegen zich eisen. Voor alle verdachten zou een proeftijd van drie jaar moeten gelden, waarin bijzondere voorwaarden gelden.