Op donderdag 10 juli moesten zich in totaal zes verdachten voor de rechter verantwoorden tijdens een luchtvaartzitting. Het ging om vier ordeverstorende passagiers, een eigenaar van een drone zonder ‘kenteken’ en een helikopter piloot die zich niet aan de regels had gehouden. Alle verdachten zijn veroordeeld.
Escalatie na vapen aan boord
De eerste verdachte, een 37-jarige man uit het Verenigd Koninkrijk, moest voor de rechter verschijnen omdat hij zich op 26 maart 2025 rond 13.00 uur, aan boord van een vliegtuig van Glasgow naar Schiphol had misdragen. Hij was zelf niet bij de zitting aanwezig. De man werd in totaal van vier strafbare feiten verdacht: roken aan boord van het vliegtuig, verzet bij zijn aanhouding, bedreiging van twee medewerkers van de Koninklijke Marechaussee (KMar) en het vernielen van een ophoudcel.
Hij begon met vapen nadat het vliegtuig was geland en de deuren nog waren gesloten dit niet is toegestaan, is duidelijk aangegeven in het vliegtuig. Bovendien weigerde hij hiermee te stoppen toen het personeel dit aan hem vroeg.
Toen hij vervolgens op Schiphol werd aangehouden, enorm onder invloed van alcohol, verzette hij zich en gebruikte geweld tegen twee medewerkers van de KMar, door om zich heen te trappen, zijn armen uit te steken en een hand weg te slaan. Ook bedreigde hij de twee ambtenaren van de KMar met de woorden: “I will stab you and your family when i get out, i will stab your wife. You guys are fucking nazi’s”.
Eenmaal in de cel begon de verdachte over te geven. Ook plaste hij in de cel. Hij was niet in staat om gehoord te worden en ook kon hij niet blazen om na te gaan hoeveel alcohol hij op had. Na vier uur werd een blaastest bij de man afgenomen en blies hij 505 ug/l, waaruit blijkt dat hij behoorlijk veel had gedronken.
De officier van justitie liet ter zitting weten dat de regels duidelijk zijn, je mag niet roken en ook niet vapen aan boord van een vliegtuig. De man deed dit toch, werd aangehouden en verzette zich en bedreigde medewerkers van de Koninklijke Marechaussee. Vervolgens maakt hij de cel zo vies dat deze niet meer gebruikt kon worden.
De officier van justitie nam in zijn strafeis mee dat de man zich zeer agressief heeft opgesteld. Hij eiste voor het vapen in het vliegtuig een geldboete van €300,- euro. Voor de andere feiten eiste hij een geldboete van €500 euro en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 14 dagen als stok achter de deur, zodat de man wel twee keer nadenkt voor hij zich weer zo gedraagt.
De KMar vroeg voor de schoonmaakkosten van de cel een vergoeding van €741,-. Beide ambtenaren vroegen €370,- schadevergoeding. De officier van justitie vroeg de rechter al deze bedragen toe te wijzen.
De rechter besloot dat alle feiten wettig en overtuigen bewijsbaar zijn. Zij legde voor het vapen en de andere strafbare feiten dezelfde boetes en de voorwaardelijke gevangenisstraf op als door de officier geëist. De KMar kreeg de schadevergoeding voor de cel toegekend maar de twee aangevers kregen een minder hoge schadevergoeding toegekend, namelijk allebei €100,-, omdat de rechter van oordeel was dat deze onvoldoende onderbouwd was om volledig toe te kunnen wijzen.
Baby verkeerd op schoot
De tweede verdachte, een 37-jarige man weigerde de aanwijzingen van het vliegtuigpersoneel op te volgen. Hij was op 16 april 2025 met zijn vrouw en baby onderweg van Barcelona naar Schiphol. Zijn baby lag bij hem op schoot te slapen toen hij tijdens de landing het verzoek kreeg de baby rechtop tegen zich aan te houden. De man weigerde dit en werd zo boos dat hij de bemanning uitschold, waarop de gezagvoerder op enig moment besloot de politie te waarschuwen. Eenmaal geland werd de man door de KMar aangehouden. Hij kreeg een boete, die hij betaalde. Later maakte hij daar bezwaar tegen. Dit maakte dat hij zich op 10 juli voor de rechter moest verantwoorden.
Ter zitting gaf de man aan dat hij vond dat hij niet naar het personeel hoefde te luisteren wanneer het om een onredelijk verzoek ging. Volgens hem lag de baby in een veilige houding, in de gordel, en was de houding waarin hij de baby moest leggen niet veilig.
De officier van justitie legde uit dat het gedrag van de man ertoe heeft geleid dat het personeel zich minder goed met de landing heeft kunnen bezighouden. Hij wees er ook op dat het personeel getraind is om een vlucht zo veilig mogelijk te laten verlopen en weet hoe een baby gepositioneerd moet worden tijdens de landing. De bemanning geeft deze aanwijzingen juist in het kader van de veiligheid van de baby. De gevolgen voor de man – en zijn vrouw, die vanwege de aanhouding van haar man, alleen met de baby verder moest reizen – waren vervelend, maar als hij gewoon geluisterd had naar de aanwijzingen van het personeel dan was hij niet aangehouden en had hij bij zijn vrouw en baby kunnen blijven. Uiteindelijk eiste de officier van justitie een geldboete van €250,-.
De rechter achtte de feiten bewezen en veroordeelde de man tot een geldboete van €250,- waarvan €125,- voorwaardelijk.
Drone zonder exploitanten-registratienummer
De derde verdachte, een 42-jarige man uit Soest, moest zich als eigenaar van een drone verantwoorden omdat zijn drone op 22 april 2024 in Laren vloog terwijl er geen exploitanten-registratienummer op zat, een soort kenteken.
Volgens de man was het een medewerker van zijn bedrijf die ermee vloog en die had per abuis met de verkeerde drone gevlogen.
De man kreeg een boete opgestuurd van €100,- maar deze werd niet betaald. Daarom werd hij uiteindelijk gedagvaard. De man gaf aan dat hij de boete nooit had ontvangen en dat hij hem anders gelijk betaald zou hebben.
De officier van justitie vroeg de rechter de man een geldboete van €100,- op te leggen. De rechter achtte het feit wettig en overtuigend bewezen en legde conform eis een boete van €100,- op.
Dronken in vliegtuig
De vierde verdachte was een 40-jarige vrouw uit Glasgow. Op 5 maart 2025 vloog zij vanaf Schiphol naar Boekarest. Zij was behoorlijk dronken aan boord gestapt. Zelf verklaarde ze ter zitting dat zij voordat zij aan boord ging een halve fles wodka had leeggedronken.
Ze was per ongeluk op een verkeerde stoel gaan zitten en had haar buurman in zijn gezicht aangeraakt. De man gaf aan dat hij hier niet van gediend was waarna de vrouw begon te schreeuwen. Ze stond op en wilde ergens anders gaan zitten. Het personeel vroeg de vrouw te gaan zitten. Ze negeerde de aanwijzingen, raakte een purser aan bij het been en bleef schreeuwen. De piloot zag zich genoodzaakt tijdens het taxiën om te draaien en terug te keren naar de gate. Eenmaal ter plaatse kon de KMar de vrouw ook horen schreeuwen in het vliegtuig. Zij werd aangehouden.
Achteraf schaamt de vrouw zich en heeft zij veel spijt. ‘Ik heb mij misdragen. Er waren veel kinderen en oudere mensen aan boord en daar voel ik mij verschrikkelijk over’.
Zowel de officier van justitie als de rechter gaven aan dat zij het te prijzen vonden dat mevrouw vanuit Glasgow naar Haarlem was gekomen om de zitting bij te wonen. De vrouw liet weten dat zij ‘moest boeten’ voor wat zij had gedaan.
De officier gaf aan dat de vrouw voor een bijzonder onprettig gevoel had gezorgd bij de mensen aan boord en ander personeel. Daarnaast bezorgde zij iedereen ook veel overlast doordat het vliegtuig meer dan 45 minuten vertraging opliep.
De officier van justitie eiste een geldboete van €300,- en één week voorwaardelijke hechtenis, met een proeftijd van twee jaar.
De rechter achtte bewezen dat de vrouw aanwijzingen namens de gezagvoerder niet opvolgde. Zij veroordeelde de vrouw tot een geldboete van €300,- waarvan €150,- voorwaardelijk. Ook legde zij een voorwaardelijke hechtenis van één week met een proeftijd van twee jaar op. ‘Als u binnen die tijd nog een strafbaar feit pleegt en hier voor veroordeeld wordt, gaat u de gevangenis in.’ De vrouw aanvaarde de straf en de officier van justitie gaf aan dat hij niet in hoger beroep zou gaan, waarmee de veroordeling vaststaat.
Illegaal protest tegen uitzetting vreemdelingen aan boord van een vliegtuig
De vijfde verdachte was een 25-jarige vrouw uit Landsmeer, die zich voor de rechter moest verantwoorden omdat zij aan boord van een vliegtuig geen gehoor gaf aan de aanwijzingen die haar werden gegeven.
Op 13 augustus 2024 vloog zij van Schiphol naar Zagreb. De vrouw wilde de uitzetting van twee vreemdelingen voorkomen en ging daarom tijdens het taxiën staan. Het personeel verzocht haar om weer te gaan zitten. Zij weigerde dit. Zij riep de mensen aan boord op om ook te gaan staan en ging in discussie met personeel van de KMar om hen ervan te overtuigen de mensen niet uit te zetten. Ondertussen bleef het personeel haar vragen om weer te gaan zitten, wat zij weigerde. Zij gaf zelf aan dat zij hoopte dat de piloot zou besluiten om de vreemdelingen uit het vliegtuig te laten zodat hun advocaat meer tijd voor hun zaak zou hebben.
De piloot besloot vanwege de weigering van de vrouw om te gaan zitten, terug te keren naar de gate in verband met de veiligheid aan boord. De KMar kwam ter plaatse en hield de vrouw aan. Zij kreeg een strafbeschikking opgelegd, maar is hiertegen in verzet gegaan, wat maakte dat zij zich op 10 juli voor de rechter moest verantwoorden.
De officier van justitie benadrukte dat de vrouw voor een gevaarlijke situatie had gezorgd, door te gaan staan tijdens het taxiën en niet te luisteren naar de gegeven instructies. ‘Een vliegtuig moet een omgeving zijn die veilig en rustig is voor iedereen.’ Door het gedrag van de vrouw zorgde zij voor gevaar omdat de bemanning zich met de ontstane situatie moest bezighouden.
Hij noemde het op zichzelf een nobel streven om ergens voor te staan. ‘Je mening uiten kan en mag vrij ver gaan maar mevrouw is hier te ver in gegaan.’ Door haar gedrag verstoorde de vrouw op ernstige wijze de orde aan boord van het vliegtuig en zorgde zij voor een gevaarlijke situatie, niet alleen voor zichzelf, maar ook voor anderen. De officier van justitie vindt het strafverzwarend dat het om een vliegtuig ging dat al aan taxiën was en moest omkeren. Zij had veel mensen overlast bezorgd. De officier van justitie wees op het demonstratierecht, maar was van oordeel dat dit recht onder de gegeven omstandigheden ingeperkt mocht worden. De officier van justitie vroeg de rechter een boete van €480,- op te leggen.
De rechter achtte het feit wettig en overtuigend bewezen en was het met de officier eens dat het een ernstig feit is omdat het vliegtuig al aan het taxiën was en terug moest keren, wat voor veel vertraging zorgde. Ze neemt mee dat de vrouw sociaal bewogen handelde, weinig inkomsten heeft en heeft aangegeven zich voortaan wel aan de wet te houden. De vrouw werd veroordeeld tot een boete ter hoogte van €480,- waarvan €240,- voorwaardelijk.
Spookhelikopter
De zesde verdachte was een 69-jarige man uit Barneveld, die zich moest verantwoorden voor de rechter omdat hij in de periode van 5 augustus 2024 tot en met 21 december 2024 in Nederland meermalen met zijn helikopter is opgestegen en geland op een andere plek dan een luchthaven, wat niet is toegestaan. Hij had weliswaar een ontheffing waarmee hij onder voorwaarden wel mocht opstijgen en landen op een weiland in Gelderland, maar deze ontheffing verliep op 2 augustus 2024. Uit politiegegevens blijkt dat hij vanaf die locatie in Gelderland én twee andere locaties meerdere keren is opgestegen en geland met zijn helikopter.
Het tweede feit waar hij van verdacht werd is dat hij in de periode van 6 januari 2024 tot en met 21 december 2024 in het luchtruim boven Nederland meerdere keren geen gebruik maakte van een transponder terwijl dit wel verplicht is. Door dat niet te gebruiken was hij niet zichtbaar voor andere luchtverkeer, wat gevaarlijke situaties op kan leveren.
Hoewel de man was verschenen, verliet hij de rechtszaal na korte tijd vanwege het openbare karakter van de zitting, waarbij niet alleen publiek maar ook media aanwezig was. De man zag af van zijn recht om verder bij de zitting aanwezig te zijn.
De officier van justitie noemde ter zitting dat de verdachte alle regels aan zijn laars lijkt te lappen. Ten eerste vanwege het meerdere keren opstijgen en landen met een helikopter zonder ontheffing op een andere plek dan een luchthaven. Hij had een ontheffing voor een bepaalde plek en periode, maar na het verlopen daarvan gebruikte hij die plek nog steeds. Hij heeft hiervoor een waarschuwing ontvangen én is hierover gebeld, maar bleef vervolgens opstijgen en landen zonder ontheffing op een plek waar dat niet mocht. ‘Het lijkt wel of verdachte denkt dat de regels niet voor hem zijn geschreven’, merkte de officier van justitie op.
Ook heeft hij tijdens meerdere vluchten zijn transponder niet aangehad. De man verklaarde bij de politie dat hij dacht dat dit niet hoefde. De officier merkte op dat van een deelnemer aan het luchtverkeer verwacht mag worden dat hij weet wat de regels zijn.
Ook legde hij het gevaar uit: ‘Als twee vliegtuigen te dichtbij elkaar lijken te komen, geeft het systeem een waarschuwing. Maar als de transponder niet aanstaat, werkt het systeem niet en dat is een enorm gevaar voor de luchtvaart. Hij vliegt eigenlijk als een soort spookhelikopter door de lucht, voor anderen niet zichtbaar.’
Al met al, zo besloot de officier, heeft verdachte zich tientallen keren schuldig gemaakt aan ernstige overtredingen. De houding van verdachte baart de officier zorgen. Hij lijkt zich niet aan de regels te willen houden. De officier van justitie eiste een geldboete van €2000,- voor het eerste feit. Voor het tweede feit, het meerdere keren vliegen terwijl de transponder uitstond, eiste de officier 240 uur werkstraf en een onvoorwaardelijke vliegontzegging van 12 maanden.
De rechter besloot voor het eerste feit de officier te volgen en een geldboete op te leggen van €2000,-. Voor het tweede feit legde de rechter een taakstraf van 240 uur op en daarnaast een onvoorwaardelijke vliegontzegging van 4 maanden. De rechter besloot tot een minder lange ontzegging, omdat de rechter niet alle data waarop de verdachte zonder transponder zou hebben gevlogen, bewezen acht.