Een bestuurder die op 10 juli 2024 een fietser heeft aangereden bij het Thomas à Kempisplantsoen in Utrecht moet volgens het Openbaar Ministerie 240 uur taakstraf, een maand voorwaardelijke gevangenisstraf en een jaar rijontzegging krijgen. De officier van justitie verwijt de verdachte niet alleen dat hij een dodelijk verkeersongeluk heeft veroorzaakt, maar ook dat hij daarna is weggereden zonder zich om het slachtoffer te bekommeren.
Op het kruispunt tussen de Thomas à Kempisweg en het Thomas à Kempisplantsoen botste op 10 juli 2024 in de ochtend een personenauto op een man op een fatbike. Die stak via een fietsoversteek de weg over, en kwam voor de personenauto van rechts. De fietser overleed later in het ziekenhuis aan de gevolgen van zijn verwondingen. De bestuurder van de personenauto reed in eerste instantie door, maar kwam na ongeveer een uur terug naar de plek van het ongeluk.
Dubbele snelheid
Uit onderzoek van de politie blijkt dat de verdachte ten tijde van het ongeluk veel te hard reed. Zijn gemiddelde snelheid lag tussen de 91 en 107 kilometer per uur, terwijl de maximum snelheid 50 kilometer per uur was en er op dat moment werkzaamheden waren. Ook stond het verkeerslicht al op oranje en had de verdachte nog kunnen stoppen. Dat blijkt op basis van camerabeelden van de naastliggende bezinepomp en gegevens uit de detectielussen van de verkeerslichten. Hoewel niet kan worden vastgesteld dat de verdachte zijn telefoon vast had ten tijde van het ongeluk, blijkt wel uit onderzoek dat de telefoon kort voor het ongeluk gebruikt is.
Volgens de officier van justitie is de verdachte ‘aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend’ geweest. Hoewel ook de fietser door rood reed, doet dat niet af aan de verantwoordelijkheid van de verdachte. “Als automobilist moet je altijd bedacht zijn op onverwachte situaties en rekening houden met kwetsbare weggebruikers zoals fietsers”, aldus de officier van justitie. Dat geldt al helemaal als je een druk kruispunt oprijdt. Daarbij heeft de verdachte het slachtoffer achtergelaten, terwijl de man duidelijk hulp nodig had. “Er waren gelukkig genoeg omstanders, maar je kunt je voorstellen hoe erg het was als er niemand in de buurt was geweest.“
Taakstraf en rijontzegging
Het Openbaar Ministerie vindt dat de verdachte een werkstraf van 240 uur, een maand voorwaardelijke gevangenisstraf met een proeftijd van twee jaar, en een jaar rijontzegging moet krijgen. Bij het bepalen van de strafeis heeft de officier van justitie gekeken naar soortgelijke zaken en eventuele eerdere veroordelingen van de verdachte voor andere verkeersfeiten.
De rechtbank doet op 22 juli uitspraak.