In Nederland zijn op dit moment 28 meldergroepen verplicht om ongebruikelijke transacties bij ons te melden die mogelijk duiden op witwassen, onderliggende delicten of terrorismefinanciering. Hierbij denk je al snel aan een financiële transactie. Dit is echter niet altijd het geval. In dit artikel lees je hoe het zit.
Om te bepalen of een transactie ongebruikelijk is, zijn er binnen de ‘Wet ter voorkoming van witwassen en financieren’ (Wwft) zogenoemde objectieve en subjectieve indicatoren vastgesteld.
Objectieve indicatoren
Objectieve indicatoren zijn veelal drempelwaardes die bij overschrijding altijd gemeld moeten worden. Er zijn verschillende objectieve indicatoren en ze kunnen per meldersgroep verschillen. Zo is een bank onder andere verplicht om creditcardbetalingen boven de 15.000 euro te melden. Terwijl aanbieders van cryptoactivadiensten onder andere een melding moeten doen bij transacties van 10.000 euro of meer, waarbij er sprake is van een omwisseling tussen virtuele valuta en contant geld.
Objectieve indicatoren kennen in de meeste gevallen dus een financiële component. Deze indicatoren zijn waardevol omdat ze bijvoorbeeld zicht geven op vermogensposities of bepaalde aankopen.
Subjectieve indicatoren
Van de subjectieve indicator is sprake als de instelling aanleiding heeft om te veronderstellen dat een transactie verband kan houden met witwassen, onderliggende delicten of terrorismefinanciering. Een melding op basis van de subjectieve indicator kan gaan om financiële transacties in de traditionele zin van het woord. Een bank ziet bijvoorbeeld een opvallende overboeking zonder verklaarbare reden. Of er wordt opmerkelijk veel geld gestort zonder dat de klant kan uitleggen waar dit geld vandaan komt.
Maar de Wwft ziet niet alleen op dit soort transacties. De wet omschrijft een transactie als:
‘’Een handeling of samenstel van handelingen van of ten behoeve van een cliënt waarvan de instelling ten behoeve van haar dienstverlening aan die cliënt heeft kennisgenomen.’’
Het gaat hierbij om zowel voorgenomen als uitgevoerde transacties. Een melding op basis van de subjectieve indicator kan in die zin dus ook gaan om een handeling of gedraging. Een notaris merkt bijvoorbeeld op dat de persoon die een rechtspersoon opricht alle indicaties heeft van een katvanger. Een betaaldienstverlener ziet dat een nieuwe klant bij het onboarden gebruikmaakt van een vals paspoort. Of een speelcasino ziet dat een bepaalde speler structureel veel speelpenningen geeft aan een andere persoon die deze vervolgens zelf inwisselt.
Zo zijn er tal van handelingen en gedragingen denkbaar die Wwft-ongebruikelijk kunnen zijn, terwijl het geen financiële transactie betreft in de traditionele zin van het woord.