Twee mannen van 35 en 36 jaar uit Heerhugowaard moeten negentig dagen langer in voorlopige hechtenis blijven. Dat heeft de rechtbank Noord-Nederland vandaag besloten op een openbare zitting in Assen. De rechtbank vindt dat daar voldoende redenen voor zijn, gezien hun rol bij de kunstroof uit het Drents Museum op 25 januari 2025.
Samen met een 20-jarige plaatsgenoot zijn deze twee mannen volgens het Openbaar Ministerie (OM) die nacht in het museum geweest. Daar hebben ze een zeer zware vuurwerkbom laten ontploffen. Door deze ontploffing kregen zij toegang tot het museum. Daaruit hebben zij zeer waardevolle Dacische kunstschatten gestolen. Het gaat om drie gouden armbanden en de beroemde Helm van Cotofenesti. De officieren van justitie: “Het onderzoek loopt nog, maar we kunnen nu al zeggen dat het explosief de kracht van een Cobra 6 of 8 ver heeft overstegen.”
Niet omgesmolten
Het OM gaat er vanuit dat de kunstschatten niet zijn omgesmolten en dat de hoofdverdachten er nog zeggenschap over hebben, in elk geval de 36-jarige verdachte. Er valt op dit moment niets te zeggen over de vraag of er een externe opdrachtgever is geweest.
We kunnen nu al zeggen dat het explosief dat is gebruikt bij de kunstroof de kracht van een Cobra 6 of 8 ver heeft overstegen.
Vuilniscontainer
Het OM is ervan overtuigd dat deze drie mannen in het museum zijn geweest en de roof hebben gepleegd. Daarvoor is volgens de officieren van justitie, op basis van een bijzonder en uitgebreid politieonderzoek, een overvloed aan bewijs. Na een tip van een inwoner van de Drentse hoofdstad zijn kledingstukken met DNA-sporen van meerdere hoofdverdachten aangetroffen in een vuilniscontainer in de Pelikaanstraat in Assen. In de kleding zijn glasdeeltjes teruggevonden. Deze zijn met de grootst mogelijke waarschijnlijkheid afkomstig van de opgeblazen glazen deur en twee vitrines in het Drents Museum. Tevens is er bewijs voor de aanschaf van de bij de kunstroof gebruikte sporttas door de 35-jarige verdachte.
Glasspoor in vakantiehuisje
Het team van de politie heeft ook kunnen achterhalen dat de verdachten een vakantiehuisje hebben gehuurd op een park nabij Borger. In dat vakantiehuisje is eveneens een glasspoor gevonden dat volgens het OM te linken valt aan de glazen deur in het Drents Museum. Daarnaast heeft de politie gezien dat er door één of meerdere verdachten op meerdere tijdstippen en locaties gezocht is op de website van de tentoonstelling en hebben zij online een plattegrond van het museum bekeken.
Het OM is ervan overtuigd dat deze drie mannen in het museum zijn geweest en de roof hebben gepleegd. Daarvoor is volgens de officieren van justitie, op basis van een bijzonder en uitgebreid politieonderzoek, een overvloed aan bewijs.
Undercovertraject
De bij de kraak gebruikte moker en voorhamer zijn ook gevonden. De moker in het museum en de voorhamer in de gracht ernaast. Deze voorwerpen zijn kort voor de kunstroof door de 20-jarige verdachte in een Asser bouwmarkt gekocht. Deze man is later aangehouden dan de andere twee hoofdverdachten, omdat er een undercovertraject op hem is ingezet.
Tegen undercoveragenten laat de man weten dat hij samen met zijn twee plaatsgenoten van 35 en 36 de kunstroof fysiek heeft uitgevoerd. Daarbij geeft hij aan dat de oudste van hen alles heeft gepland en geregeld. Deze man is na de roof met de kunstschatten vertrokken om deze te ‘stashen’, op te bergen. Het was volgens deze verdachte de bedoeling om achteraf de kunstschatten te verkopen.
Er valt veel uit te leggen
De verdachten beroepen zich op hun zwijgrecht, terwijl er toch heel veel uit te leggen valt. Dat is hun goed recht, maar de bal ligt nu wel bij hen. Voor het OM werkt het immers strafverzwarend als er geen openheid wordt gegeven over de buit. Bovendien zal de verzekeringswaarde van de kunstschatten worden geclaimd bij de verdachten, indien ze niet worden teruggevonden. De officieren van justitie zijn daarover glashelder: “Gelet op de omvang daarvan zal dat kunnen betekenen dat zij hun hele leven lang heel stevig in de schulden zitten.”
Vervolg van de rechtszaak
Op dit moment is het onderzoek nog in volle gang en werken tientallen mensen van de politie nog aan deze zaak. Op 30 juli 2025 vindt een volgende openbare zitting plaats met de drie hoofdverdachten. Dan zal ook de zaak van de 20-jarige verdachte voor het eerst in het openbaar aan de orde komen. De raadkamer van de rechtbank Noord-Nederland besloot deze week dat hij nog negentig dagen langer in voorlopige hechtenis moet blijven.
Naast de drie hoofdverdachten zijn er in deze zaak nog vier personen als verdachte aangemerkt. Zij hebben in meer of mindere mate een ondersteunende rol gehad in de kunstroof. Zij mogen het verdere verloop van de strafzaak in vrijheid afwachten.
Bijzondere opsporingsmiddelen
Het streven is om in het tweede kwartaal van 2026 de zaak inhoudelijk te behandelen. Dat is voor het OM het moment om verantwoording af te leggen over het inzetten van de bijzondere opsporingsmiddelen, zoals het urgent veiligheidsverhoor en het tonen van de foto’s en namen van twee verdachten terwijl zij al in voorlopige hechtenis zaten. Over dat laatste heeft het OM al kort na de inzet ervan een persbericht gepubliceerd.
Het OM vindt overigens dat alle waarborgen in acht zijn genomen bij de inzet van de bijzondere opsporingsmiddelen. “Daarnaast kan die inzet niet los worden gezien van de impact van het delict”, zeggen de officieren van justitie. “Daarbij nemen wij in de afweging mee het belang van het ongeschonden terugkrijgen van de kunstschatten, de bevindingen van het onderzoek met betrekking tot de rol van de drie hoofdverdachten en hun consequent zwijgende houding.”